28 april - 3 mei 2014

 

 

 

Een week naar La Brenne, Frankrijk, samen met Anniek en Thomas. Hier zijn een aantal reptielen en amfibieën te vinden die ook in en rond Nederland leven, maar ook enkele nieuwe soorten. En bovenal is deze afstand goed te rijden met de auto.

We vertrokken zaterdag rond de klok van 8.30 richting het zuiden en kwamen zaten om 19 uur aan het eten. Een prima huisje, wat wel even zoeken was in het frans, maar gelukkig kwam de huiseigenaar ons ophalen vanuit het centrum. Vlak voor het stadje zagen we een grauwe kiekendief (Circus pygargus) vliegen, die ik hopelijk nog een keer tegen kom, om eens goed te bekijken.

Na het eten liepen we het plaatselijke bos in om te kijken wat we zouden aantreffen. Het geluid van boomkikkers (Hyla arborea) in de verte deed ons een glimlach geven. Het was nog erg licht en zochten we in een ander poeltje verder naar mogelijke salamanders. We vonden vele paddenlarven en enkele vinpootsalamanders (Lissotriton helveticus) en een poelkikker (Pelophylax lessonae). Toen we terug liepen naar de eerdere poel, zaten er al enkele boomkikkers in het water en enkele op het land te roepen.

Bij de auto aangekomen, hoorde we in de verte een heel koor van boomkikkers, die onze aandacht trok om te gaan kijken. We daalden een steile wand af en kwamen bij een grote poel die vol zat met groene kikkers en boomkikkers. Het geluid was oorverdovend en vangen was niet heel makkelijk in het diepe water. Wel konden we er eentje dichtbij op de foto krijgen, voordat onze ogen inzakte na een lange dag. We sprokkelde nog wat hout bij elkaar, omdat we de kachel niet aan de praat kregen. Dan maar met een ouderwetse houtkachel, lekker met een wijntje en een stuk kaas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende ochtend regende het besloten we naar een plek te gaan die we van een vriend hadden gekregen, genaamd old farm. Dit was een verlaten huis en boerderij wat een paradijs scheen te zijn voor slangen. Doordat hier een hoop puin lag, was onze hoop hierop gevestigd. Door de regen was de kans klein een zonnende of actieve slang te zien, waardoor we nog wel een hoop puin konden omdraaien. Helaas was de theorie mooier dan de werkelijkheid. Er lag niks onder het puin en ook in de omgeving was niks te vinden. Op de heenweg zagen we wel een achttal koereigers in broedkleed.

Wel was de omgeving erg verschillend met goede habitats voor diverse soorten. Het enige wat we vonden was een springkikker (Rana dalmatina) die door de regen lekker actief was en boven ons een jagende rode wouw (Milvus milvus). We zouden nog een keer terug komen met de zon!

 

Doordat alles zo nat was, besloten we naar een bos te rijden waar vuursalamanders (Salamandra salamandra) zaten en geelbuikvuurpadden (Bombina variegata). Toen we begonnen sprong er direct een springkikker voor onze voeten en vonden we in karrensporen enkele larve van de vuursalamanders, maar helaas geen volwassen dieren. Ook vonden we geen enkel spoor van een geelbuikvuurpad, helaas. We liepen door een stuk heideveld terug naar de auto, waar een hazelworm lag te genieten van de middagzon en deed Thomas een goede vondst voor zijn collectie, een edelhertgewei.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maandag gingen we op pad naar een goed slangenhabitat. De locatie hadden we gekregen van een goeie vriend die hier enkele jaren geleden was geweest. Het was erg nat en hadden veel regen onderweg naar de locatie toe. We begonnen driftig met het omdraaien van enkele objecten en het duurde niet lang voor we beet hadden, een juveniele adderringslang (Natrix maura) en een subadulte muurhagedis (Podarcis murulis), die we toen nog speciaal vonden. We maakten wat foto's en liepen verder. Waar we enkele tellen geleden blij waren een muurhagedis te vinden, was dat al snel anders. We vonden vandaag tientallen, zo niet honderd muurhagedissen.

Even verderop lagen enkele golfplaten in het hoge gras, langs de waterkant. Even omdraaien en het was weer raak, een volwassen esculaapslang (Zamenis longissimus)  van ongeveer 1,50 meter. Erg bijtgraag, waardoor we toch maar even een handschoen aan deden, om eventuele problemen te voorkomen.

Na weer enkele regenbuien gehad te hebben, besloten we te lunchen alvorens we verder liepen. Na de lunch begon het direct goed met een kreet van Anniek "Help!, het zijn er teveel!'. Ze draaide een oude emmer om, waar een subadulte aspisadder (Vipera apsis) en twee juveniele esculaapslangen onder zaten. Dit bleek ook de laatste vondst van de dag, doordat het opnieuw zeer hard begon te regenen. Nat en voldaan reden we terug naar het huisje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

's Avonds gingen we naar een plek voor marmersalamanders. We begonnen op een plek waar meerdere amfibieën zouden zitten, maar als snel bleek dat we er een paar weilanden naast zaten. We eindigden in een weiland waar we zo'n 100 boomkikkers (Hyla arborea) hoorde en zagen in meerdere poelen, samen met groene kikker (Pelophylax spec) en hoorde we enkele tientallen groengestipte kikkers (Pelodytes punctatus) in het gras kwaken.

Het was nog vroeg genoeg om een andere plek op te zoeken waar ook marmersalamanders zitten. Daar aangekomen hoorde we vele honderden boomkikkers kwaken en zagen we vuursalamanderlarve (Salamandra salamandra) in weggreppel. Bij diverse poeltjes geïnspecteerd te hebben, was het resultaat gering. Wel vonden we meerdere vinpootsalamanders en zagen Thomas en Anniek een Triturus spec. wegduiken. Maar helaas kon deze niet meer gevonden worden.

Op de terugweg naar het huisje zat er naast de weg een velduil met vers gevangen prooi in zijn bek, maar was te onrustig voor een foto.

 

 

Dinsdag een dag vol met regen. We begonnen met het zoeken naar moerasschildpadden (Emys orbicularis). Maar dat leverde niks op. Toen op zoek naar groengestipte kikkers ( Pelodytes punctatus) en gladde slangen  (Coronella austracia), maar dat leverde alleen muurhagedissen op.

's Avonds gingen we ook opzoek naar groengestipte kikkers, maar weer alleen gehoord. Wel weer boomkikkers en dit keer ook larve van de groengestipte kikker. Onderweg nog wel een jagende kerkuil (Tyto alba) gezien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

's Morgens gingen we weer vroeg weg naar de plek waar we maandag ook waren. We wisten dat er meer te zien was, maar door het slechte weer kwam dit er niet uit. Weer begon het goed, met een juveniele hazelworm (Angius fragilis), maar daarna bleef het rustig. Er werd nog een adulte hazelworm gevonden en even later ook een subadulte esculaapslang (Zamenis longissimus) onder een hoop stenen. Op de terugweg werd er nog een aangetaste mannetjes smaragdhagedis (Lacerta bilineata) gevonden, hij miste zijn staart en een aantal nagels.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hierna wilden we op pad om Afrikaanse klauwkikkers ((Xenopus laevis) te zoeken. Maar door het verkeerd invoeren van de coördinaten in de TomTom, kwamen we op de verkeerde plek uit. Hierdoor vonden we het mooi om weer naar huis te gaan, waar we onderweg drie grauwe kiekendieven (Circus pygargus) zagen cirkelen boven een veld.

's Avonds gingen we terug naar het bos waar Thomas en Anniek een grote salamander zagen wegzwemmen. Het begon weer als een slecht voorteken, niks te zien. Maar na door op de terugweg nogmaals te zoeken (in het bos zelf zagen we niks), werd er eindelijk wel wat gevangen. Een vrouwtjes kamsalamander (Triturus cristatus). Reden om daarna weer ons bed op te zoeken.

Bij het huisje aangekomen vond Anniek naast de auto een wegspringende groengestipte kikker (Pelodytes punctatus). Deze kon in de tuin rustig gefotografeerd worden, waarna we voldaan onze bedden inkropen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Weer een bekende plek stond er voor vandaag op het programma, de Old Farm. Er zou een zonnetje komen vandaag en dat was een goeie reden om er weer terug te keren. Er waren diverse goede habitats aanwezig voor onder  andere waterslangen (Natrix spec), aspisadders (Vipera apsis) en geelgroene toornslang (Hierophis vividiflavus).

We liepen ruim twee uur zonder wat gevonden te hebben. Toen plots  de zon door kwam, vond Thomas enkele hazelwormen en zag Anniek smaragdhagedissen (Lacerta bilineata) wegschieten. Een goed voorteken voor grotere reptielen. Toen ik aan mijn derde ronde door het heidveld begon, begon de moed te zakken en liep ik door het riet, op zoek naar waterslangen. Maar ook daar zag ik niks. Ik besloot terug te lopen naar de vervallen gebouwen in de hoop daar wat aan te treffen. En dat was geen slecht idee, er gleed een geelgroene toornslang (Hierophis vividiflavus) tussen de stenen door. Met een goedgevoel waat foto's maken. Op weg naar Anniek en Thomas zag ik nog een waterslang (Natrix spec) wegschieten naar het water, waarbij ik alleen een staart kon zien.

Na wat foto's gemaakt te hebben, liepen we een rondje om een oude kweekvijver van oesters. Hier zagen een kwak, purperreiger en een ijsvogel. Ook de eerste vinpootsalamanders (Lissotrito helveticus) werd op het land gevonden.

Na een uitstekende dag zetten we koers richting onze vaste stek om de energiereserves te vergroten, de Macdonalds.

 

 

's Avonds deden we een zoogdierenrondje in de auto, een vos en steenuil waren de uitkomst. Ook vonden we op de weg enkele padden (Bufo bufo), bruine kikker (Rana temporaria) en springkikkers (Rana dalmatia). Omdat we ook nog wat groengestipte kikkers (Pelodytes punctatus) wilde zien, gingen we weer terug naar een poel waar we ze gehoord hadden. Het resulteerde in enkele nieuwe gezichten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onze laatste dag van de vakanties was snel aangebroken en we hadden onze zinnen gezet op ene gebied met vele reptielen en amfibieën soorten. Onderweg hier naartoe begon het al goed. We zagen een kwak die gefocust was op zijn ontbijt.

Toen we aankwamen op de parkeerplaats, bleek dat het een natuurgebied te zijn, waar onder andere de kokmeeuw broed. Er waren super veel mensen wat onze hoop op kans van slagen verkleinde. We begonnen aan een stevige wandeltocht en zagen weer een kwak, maar dit keer tussen de broedende meeuwen. We besloten tot twee keer toe om een ander gebied te  zoeken, maar steeds werd er doelloos doorgelopen.

Dit bleek niet zonder reden, want aan het einde van het pad lag een veengebied met heidevelden. Een goed habitat voor de ringslang (Natrix natrix) en adderringslang (Natrix maura). We zochten een uur maar vonden niks, totdat de zon doorbrak. Hierdoor vonden we in 15 minuten tijd 5 ringslangen (Natrix natrix). Helaas was het nog steeds te koud voor adderringslang, waardoor we die als adult niet hebben  gezien.

Op de weg terug naar de auto werden nog diverse smaragdhagedissen (Lacerta bilineata) gezien, twee Europese moerasschildpadden (Emys orbicularis) en vlak voor het parkeerterrein nog een aspisadder (Vipera aspis). Doordat de duidelijke band van een adder ontbrak, werd even gesuggereerd dat het een volwassen adderringslang was. Hierdoor ontstond een gevaarlijke situatie. Maar door tijdig haar kop te zien, zagen we dat het een apsisadder was.

 

Toen we terugreden naar het huisje om alles in te pakken, zag Thomas drie bruine puntjes in een omgeploegd land. Het bleken rode patrijzen te zijn. Wat een traktatie zo op de terugweg! Een zeer geslaagde laatste dag.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doordat het een koude en zeer natte week was, hebben we niet alles kunnen zien wat we wilde. Zo hebben we geen vuursalamanders (Salamandra salamandra), marmersalamander (Triturus marmoratus), geelbuikvuurpad (Bombina variegata), vroedmeesterpad (Alytes obstetricans), gladde slang (Coronella austriaca en zandhagedis (Lacerta agilis) kunnen vinden. Simpelweg doordat het te koud was en veel regen was. Hierdoor had onze voorkeur om dezelfde plekken nogmaals te bezoeken, in de hoop trefzekerder te zijn. Ook hebben we geen knoflookpadden (Pelobates fuscus) gezien. Het was de tijd van het jaar niet voor en onze voorkeur lag bij andere soorten.

 

 

 

Met Anniek en Thomas

 

 

 

Gevonden soorten: